Meteen naar de inhoud

Brief 20

Dan nog, dan nog, klamp ik mij vast aan jou, of je wilt of niet. Op genade of ongenade; ik zal red mij, red mij! roepen, of zoiets als: heb mij lief.

Psalm 13, 150 Psalmen vrij, Huub Oosterhuis.

Jezus als racist met een nieuwe bril.

21 Jezus neemt de wijk naar Tyrus en Sidon1.
22 En zie, een Kananese vrouw uit die gebieden komt naar buiten; zij begint te schreeuwen en zegt: ontferm u over mij, heer, zoon van David; mijn dochter wordt door een kwaadaardige demon bezeten!
23 Maar hij reageert niet. Zijn leerlingen komen naar hem toe en zeggen: stuur haar weg want zij blijft maar schreeuwen.
24 Dan zegt hij: mijn missie gaat alleen uit naar de schapen van Israël!
25 Maar zij komt, bewijst hem hulde en zegt: heer, help mij!
26 Maar hij antwoordt dan: het is niet fraai om het brood van de kinderen te nemen en het voor de honden te werpen!
27 Maar zij zegt: dat is zo, heer; maar ook de honden eten van de kruimels die vallen van de tafel van hun heren!
28 Dán zegt Jezus tegen haar: o vrouw, wat is jouw vertrouwen² groot! Nu moet het wel zo gaan als jij wilt. Vanaf dat uur wordt haar dochter genezen.

1 Twee kustplaatsen in het huidige Libanon. 2 Zoals op zoveel plaatsen wordt hier vertaald met “geloof”. In onze traditie betekent dat zoiets als “voor waar houden” (van het bestaan van God, van dogma’s, van de historiciteit van bijbelse verhalen, enzovoort. De brontekst geeft iets aan dat beter vertaald kan worden met “vertrouwen” een relationeel begrip. Vertrouwen komt en gaat tussen mensen. Iemand gedraagt zich betrouwbaar en dan ga je hem langzamerhand ook vertrouwen. Je kunt ook besluiten iemand te vertrouwen, omdat er geen andere mogelijkheid meer is, zoals in dit verhaal. Het gaat om leven of dood van een kind, haar kind.

We zijn ons niet bewust van de manier waarop we naar de wereld kijken, beter nog: in de wereld staan. Wij krijgen daar pas zicht op als ons wereldbeeld wordt verstoord. En dan nog kan je doen alsof die storing er niet is geweest. Het is lastig om kennis te maken met een wereld waarin je opnieuw de weg moet vinden omdat de bekende paadjes zijn uitgegumd.

Wie gezond is, weet met z’n verstand wel dat je ziek kunt worden, maar als je, als bij donderslag te horen krijgt dat je een levensbedreigende ziekte hebt, dan stort je hele wereld in en dan blijk je een andere bril op te hebben gekregen. Denken aan jouw kinderen of kleinkinderen kan immens verdriet oproepen. Je weet niet of je ze wel zult zien opgroeien. Je bent toch onmisbaar in jouw werken voor jouw vrienden? Jouw arts krijgt goddelijke status want hij beschikt over jouw leven en jouw dood. Al jouw afspraken, werk en privé, worden voortaan afgestemd op afspraken in het ziekenhuis.

Je hebt zo van die mensen die je niet kunt uitstaan of waar je een beetje bang voor bent. Waarom eigenlijk? Tja, dat weet je niet. Dat is gewoon zo. Totdat je op een personeelsfeestje of door een toevallige gezamenlijke treinreis een andere kijk op zo iemand krijgt. Eigenlijk wel een leuk mens met wie je veel meer gemeenschappelijk blijkt te hebben dan je dacht. Je bent reisleider in een islamitisch land. De groep vindt het spannend. Na 24 uur hoor je enthousiaste reisgenoten zeggen: Best wel leuke mensen, die moslims, en zo aardig ook. Ze kunnen trouwens ook heel lekker koken.

Jezus heeft z’n portie wel weer gehad na een bezoek aan het politieke en religieuze centrum: Jeruzalem. Bijzonder vriendelijk is zijn gesprek met de leiders niet. Hij daagt de religieuze VIPS uit en vervolgens maakt hij hen voor hypocrieten uit; eerste helft van Mattheüs 15. Dan moet je voor je eigen veiligheid even weg wezen en daarom wijkt hij uit naar het buitenland; het gebied van Tyrus en Sidon.

Daar aangekomen, blijft hij uitwijken, nu voor een vrouw uit dat gebied. Ook Jezus heeft kennelijk een bril op waarvan hij zich nog niet bewust is. Hij noemt haar een hond en weigert in te gaan op haar vraag om hulp. Dat doet hij anders nooit – als hij voor eigen parochie preekt. Nu doet hij dat wel, want hij preekt nu niet voor eigen parochie. Hij is in het buitenland. Deze vrouw is niet van zijn soort. Ophoepelen.

Als ik zo werd behandeld, zou ik dat dan ook maar doen. Ik laat mij niet beledigen. Deze vrouw laat zich beledigen en ze geeft Jezus zijn vet terug. Ja, ik ben een hond, maar dat wil niet zeggen dat je mij kunt negeren. Ook honden hebben rechten. Ik dus ook. Ik klamp mij vast aan jou. Het gaat om mijn doodzieke dochter. Je komt niet meer van mij af.

3 Robert Lenz, orde van de Franciscanen, VS, schrijft iconen van mensen die volgens hem heiligen zijn; Christ in the Margins, ISBN13: 9781570753213. In dit boek is de icoon van de Kanaänitische vrouw uit het evangelie van Mattheus te vinden.

Aan deze vrouw is een icoon³ gewijd. Zij draagt een nimbus (de gouden schijf om haar hoofd), in de iconografie het kenmerk van een heilige. Kijk haar daar staan, als een wraakgodin, en ze lacht ook een beetje. Zou ze Jezus een beetje uitlachen, zijn flinterdunne racisme-laagje herkennen als oververmoeidheid of angst omdat zij daarachter zijn buik vol ontferming weet? Dan lijkt zij op filmmaker Deeyah Khan, dochter van een Pakistaanse immigrant die rechtop blijft staan in haar ontmoeting met leden van de Ku Klux Klan in de VS. Dat is een levensgevaarlijke actie. Zij moet uitwijken voor leden van die Klan omdat zij haar met de dood bedreigen. Maar sommigen bekeren zich. Zie de documentaire white right meanint the enemy.

Jezus wordt gezien als iemand uit de Joodse traditie die de muren tussen etnische en religieuze groepen doorbreekt. Misschien krijgt hij van deze vrouw zijn nieuwe bril, een nieuwe kijk op de wereld.

Willemien Keuning